Anno 1414: Een bestand tussen de Friezen en Graaf Willem liep ten einde. De Friezen voelden zich in hun vrijheid belemmerd door de eerder verleende vrije toegang van de Hollanders tot de Friese hoofdstad Stavoren. Op 12 maart trok een groepje Friese edelen en burgers naar de stad, namen zonder slag of stoot de Hollandse bezetters gevangen, waarna dezen de stad werden uitgejaagd.
Graaf Willem nam zich nu voor om met zijn volledige krijgsmacht niet alleen Stavoren maar ook geheel Friesland aan zich te onderwerpen. De handen van de Graaf waren echter gebonden door schermutselingen elders. Daarom werd er een vredesverdrag voor één jaar gesloten, maar daarbij bleef Stavoren in handen van de Friezen.
Intussen werd Friesland ten oosten van de Lauwers verstoord door allerlei twisten en binnenlandse oorlogen. Alle gevluchte en verdreven Vetkopers vonden steun bij Keno ten Broek , terwijl Koppen Jarigs nog de heerschappij had over de stad Groningen en de Schieringers daar. Bij een aanval van Keno met diens edelen en aanhang op de stad vluchtte Koppen en werd later in Stavoren doodgeslagen.
Anno 1415. Bevreesd dat de Schieringers zich op hen zouden wreken, ontvluchtten nu vele Verkopers uit Friesland naar Groningen, terwijl de uit Groningen verjaagde Schieringers hun heil zochten bij de Bisschop van Utrecht. Deze verzamelde gelden om de Schieringers te steunen teneinde Groningen te heroveren. De Friese Schieringers, niet belemmerd door Vetkopers, ondernamen nu een tocht naar Groningen om de stad onder hun macht te brengen. Het kwam tot een gevecht nabij Noordhorn tussen de ongeoefende Friese macht en het leger van Keno. Vijfhonderd manschappen werden gedood en vierhonderd gevangenen werden gevankelijk naar Groningen gevoerd.
Na deze overwinning werden de Vetkopers des te driester en vielen Achtkarspelen binnen. Na plundering, brandstichting en moorden ontkwamen zij met een rijke buit. Bevreesd voor verdere invallen, werd door bestuurders van Achtkarspelen en later Opsterland een bestand gesloten met de Groningers.
Dit was een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland (Steensma, 1845).