web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 167)

 

Anno 1398: In het voorjaar startte Hertog Albert nogmaals een raid op Friesland. Honderden schepen, bijeengebracht uit Hollandse steden, en een buitengewoon grote krijsgsmacht Hollanders, WestFriezen, Zeeuwen, Duitsers, Fransen en Engelsen verzamelden zich bij Enkhuizen. De Zuiderzee werd overgestoken onder bevelvoering van Graaf Willem van Oostervant, zoon van Hertog Albert. Er werd ontscheept bij Lemmer en Takezijl.

Op weg naar Hindelopen werden de Hollander door de Friezen opgewacht, waarbij 300 Friezen sneuvelden. Enkele omliggende dorpen werden in brand gestoken en ook Stavoren werd veroverd door de Hollandse overmacht. Graaf Willem werd door de Vetkopers als Landheer gehuldigd waarbij een verdrag ter verzoening werd gesloten waarin de Friezen onder strenge voorwaarden als onderdanen van de Graaf werden aangenomen. In tegenwoordigheid van de Hertog werd Friesland verenigd met het Graafschap Holland.

Inmiddels was de Friese Middelzee in onbedijkt land veranderd. Hertog Albert verklaarde het Bild tot zijn eigendom en stelde maarschalk Arnoud van Egmond aan als leenheer. Ook in Oost-Friesland won Graaf Albert bezit en gezag. De Schieringers, ongelukkig met de inhuldiging van Hertog Albert en met het gesloten wurg-verdrag, verbonden zich met de stad Groningen en vele Ommelanders. Daar werd het gezag van Albert afgewezen ten gunste van Frederik van Blankenheim, Bisschop van Utrecht.

Al bij de terugtocht van de Hollandse vloot werden bij de Lauwers twee bij eb vastgelopen Hollandse schepen door Schieringers afgebrand. Het dorp Roodewier werd versterkt om van daaruit de Hollandse bezetters in Stavoren het hoofd te bieden. Met de opstandige Groningers werd afgesproken om een vloot uit te rusten om de eigen kusten te beveiligen en om de vloot en bezettingsmacht van Hertog Albert schade aan te brengen. De Friese vloot trok zich samen aan de Lauwers en langs de Friese kusten.

Een groot aantal Friese inwoners wapende zich, eerst te Dokkum, waarna Kammingaburg bij Leeuwarden stormenderhand werd ingenomen en het Hollandse krijgsvolk grotendeels werd verslagen. Alom werden de gehate ambtenaren en andere aanhangers van de Graaf verjaagd. Het door de Graaf aanmerkelijk versterkte en bemande kasteel Ter Linne aan het Dokkumer Diep werd omsingeld en overgenomen, waarna alleen de stad Stavoren nog bezet was.

 

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2014/11/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-167/