web analytics

Een kruiwagen vol kikkers (Fries volksverhaal)

Er was eens een boer die een vrouw getrouwd had met wat anders aan haar hoofd dan het boerenwerk. Ze wilde telkens naar de stad, mooi gekleed, om plezier te maken. Maar op een boerderij moet hard gewerkt worden en het duurde niet lang of het boterde in dat huwelijk net zo slecht als in de kerk. De boerin vond dat haar man naar mest stonk en daarom moest hij maar in een bijkamertje slapen en alleen gaan eten. Op het laatst zeiden ze geen boe of ba meer tegen elkaar.

Op een dag zat de boer mistroostig op het erf een omgekeerde kruiwagen. Een vreemde man in een lange mantel kwam langs en ging naast de boer op een kistje zitten. De boer keek achterdochtig op want hij was zo’n visite niet gewend. Deze bood de boer een sigaar uit een gouden koker aan en zei: ”Ik geloof dat jij in het nauw zit. Het gaat je zo beslist niet naar het zin”.
De boer vertelde de vreemdeling alles wat hem dwars zat. De vreemdeling liet hem uitpraten en zei toen: “Dat is gemakkelijk opgelost: je geeft je vrouw in alles haar zin en jullie krijgen een mooi leven samen”. De boer antwoordde nors: “Steek je eigen familie maar de gek aan. Wie doet hier dan al het werk en waar komt het geld vandaan?” De gast zei toen: “Als we het eens worden, dan zal ik zeven jaren al het werk doen en aan geld zul je geen gebrek hebben. Ik zal meteen open kaart spelen: ik ben de duivel zelf en ook de enige die je kan helpen. Zeven jaar plezier en geluk, man. Maar daarna kom ik je halen”.

De boer wilde nog onderhandelen om meer tijd te bedingen dan zeven jaar, maar de duivel wilde geen minuut langer. De boer stemde toe en de duivel liet hem met eigen bloed een contract tekenen. De boer moest nog aan zijn vrouw zeggen dat zij gelijk had. Want morgen zou hij een knecht krijgen om al het werk te doen. Van blijdschap vloog de boerin haar man om de hals. ’s Nachts sliep de boer niet meer in het opkamertje en ’s ochtends ontbeten ze samen.

De jaren in rijkdom vlogen voorbij. Toen er nog enkele dagen restten voor het contract afliep, riep de boer de duivel bij zich en zei dat hij nog graag enkele zaken geregeld wilde zien. Hij zadelde zijn beste draver, sprong er op, wees naar de kerktoren van het dorp en zei: “Ik wil even naar het dorp, maar de zandweg daarheen is veel te slecht. Zorg jij even voor een strakke klinkerbestrating?” Toen de bestrating een eindje gevorderd was, gaf hij het paard een tik met de zweep. Maar hoe de boer het beest ook opzweepte, de duivel gaf geen krimp. Hij trok de klinkers zó snel uit z’n zakken en legde ze zo snel dat hij het paard steeds enkele meters voorbleef. De boer wilde de duivel te glad af zijn, maar dat pakte dus anders uit.
De volgende dag zei de boer: “Maak de mestgoot achter de koeien zó schoon dat ik erdoor kan lopen zonder een spatje stront aan mijn voeten te krijgen en zorg dat het de hele dag zo blijft. De boer snelde meteen blootsvoets door de goot en sprong als een wildeman naar elke koe die de staart optilde. Maar de duivel was hem elke keer voor en de voeten van de boer bleven zo schoon als suiker.

De laatste dag voor het contract verviel kon de boer niet slapen. Hij draaide maar om en om waardoor zijn vrouw wakker werd en vroeg waar hij over piekerde. Toen de boer was uitgepraat, sloeg de boerin de armen om hem heen en begon te huilen. Ze zei: “Door mij ben je in deze ellende geraakt. Laat mij denken hoe je eruit komt”. De zon kwam al op toen ze hem wat toefluisterde. De boer gaf de boerin een kus, stapte uit bed, haalde uit de schuur een kruiwagen en zette er een korf op. Hij reed ermee de wei in en bij een sloot begon hij kikkers te vangen. Toen de korf halfvol kikkers was, riep hij de duivel. Die vroeg meesmuilend: “Heb je nog iets bedacht? Je kunt je maar beter haasten want over een paar uur moeten we samen op reis”. De boer zei alleen: “Hier staat een kruiwagen en ik wil dat je deze helemaal rond de boerderij over de bodem van de gracht duwt”. Hij smeet een handvol stro in de kruiwagen en zei: “Er is maar één voorwaarde- alles wat nu op de kruiwagen ligt moet er aan het eind nog steeds op liggen”. “Dat is de moeite niet”, zei de duivel, “als ik het niet red, dan ontsla ik je van de afspraak en kun je hier blijven zoals je was voordat ik kwam”.

“Dat is afgesproken”, zei de boer en hij tilde de korf met kikkers in de kruiwagen. “Duwen maar”, riep hij. De duivel had nog geen twee stappen gedaan of de kikkers begonnen van alle kanten uit de kruiwagen te springen. En elke keer als hij de kruiwagen losliet om kikkers te pakken, kon hij niet vooruit komen en zodra hij de kruiwagen oppakte, sprongen de kikkers er weer uit. Zo verloor de duivel de slag en werd de boer even arm als tevoren. Maar met één ding was hij er op vooruitgegaan: zijn vrouw deed voortaan het werk van een boerin en als hij floot stond zij te zingen.

 

Naar “IN PIPEGAEL FOL KIKKERTS”, een verhaal van Ype Poortinga uit IT FLEANEND SKIP (1977) in vrijzinnige vertaling door Henk Veenstra.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2014/08/een-kruiwagen-vol-kikkers-fries-volksverhaal/