web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 164)

 

Anno 1380

Zoals altijd ging de vrijheid voor de Friezen boven het eigen belang. Jonker Okko ten Broek uit de OostFriese streken Broekmerland en Aurikerland had daar een andere opvatting over. Hij droeg zijn landgebied over aan Albert, de Graaf van Holland. Volgens de gesloten overeenkomst kreeg Okko dat gebied meteen in leen terug. Het gevolg was, dat de Groningers met de Friezen, ook die van Oostergo en Westergo  een nieuw verbond sloten om elkaar te beschermen tegen vreemde overheersing. Uiteindelijk betrof dit verbond alle Friezen tussen Lauwers en Eems, dus inclusief die van Hunzingo en Fivelingo.

Bevreesd voor zo’n grote macht, ontbrak het de Utrechtse Bisschop Floris de moed om de Stellingwervers te bevechten. Ook ontstond een verdrag tussen de Hertog van Gelder en Stavoren. Drie jaar later kon Stavoren door deze machtsverschuiving een verbond sluiten met Bisschop Floris voor een periode van vijftien jaren.

Ook Graaf Albrecht van Beijeren, die een oogje had op Friesland, bond in en sloot een verdrag van twee jaren met de Terschellingers.

Anno 1387. Een watervloed trof Friesland. Vele mensen en dieren kwamen om, bebouwing werd meegesleurd door de woeste zee.

De krankzinnige Graaf Willem V stierf in 1387. Albert, zijn voogd, volgde hem op. Deze had het bestand met de Friezen van jaar tot jaar verlengd in de hoop om eens een gelegenheid te vinden hen te overheersen.

Anno 1388.

De Friezen raakten onderling verdeeld. In de onlusten speelden een groot aantal edellieden en machtige kloosters een grote rol. De abt Tetardus was genoodzaakt om zijn klooster in Lidlum te beschermen tegen aanvallen van Schieringers, vooral van het geslacht Sjaardema . Tetardus liet een volgend buitengewoon sterk kasteel bouwen nabij Franeker, waarna Tetanus met  vier monniken  op het slot van Sikko Sjaardema te Franeker gevangen werd gezet.

Daarna verzamelde Sikko een groot leger, trok naar Lidlum en nam het klooster in, plunderde het volledig liet het in brand steken. Sikko kon zijn macht versterken met vele manschappen waaronder 28 geoefende krijgsoversten. De woeste bende trok nu naar de Uithoven, horig aan Lidlum. Daar werden de boerderijen geplunderd en in de as gelegd. Naderhand werd de abt door bemiddeling van enkele voorname edellieden in vrijheid gesteld en werd met Sjaardema een verdrag gesloten. Het klooster kon in de volgende dertig jaren in de oude luister worden hersteld.

In 1390 werd door de Hollanders het klooster St.Odolfus in Stavoren  in brand gestoken, maar de Friezen wisten de brand meester te worden. Wel werden meerdere woningen in Stavoren  door brand vernield en werd de stad geplunderd. De onlusten in Friesland verhevigden zich. De stad Leeuwarden werd in 1392 door de landzaten ingenomen en aan de noordoostkant in brand gestoken, waarbij zelfs het klooster van de Dominicanen getroffen werd.

Behalve dat geestelijken, incluis de Bisschop, oorlog voerden, vergaarden ze ook macht en rijkdom. Toen Bisschop Floris overleed , liet hij z’n opvolger naast verscheidene sloten, sterkten, steden en goederen een groot slot te Hardenberg. Dit lusthof had een stal voor 200 paarden. De volgende Bisschop, Frederik van Blankenheim, kreeg veel tegenstand van de zijde van de heren Bronkhorst. In de hoop om de stad Groningen weer onder het Bisdom Utrecht te brengen, sloot Frederik een verbond voor duizend jaar met de Friezen uit Opsterland Stellingwerf, Doniawerstal en  Lemsterland onder de belofte de Friese vrijheid te zullen beschermen tegen buitenlandse bedreiging en hun voorrechten te zullen garanderen. Meer nog hoo[ten de Friezen zo bescherming te genieten tegen de Graaf van Holland.+

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2014/03/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-164/