Anno 1323. De Graaf van Gelder had van de Bisschop van Utrecht het slot Vollenhove gepand en voorzien van soldaten om zich de weg naar Friesland te banen. Hij meende recht te hebben op de Friese gebieden uit kracht van Keizerlijke giftbrieven. De Friezen waren daar niet content mee, ook omdat in de omliggende dorpen nog meer bendes huursoldaten werden gelegerd. De Friezen overrompelden het slot en sloegen de soldaten en het grootste deel van de burgers dood.
Daarop nam Graaf Reinout het besluit om zich op de Friezen te wreken. Hij verzamelde een sterk leger en trok op naar de Friese grenzen tot Barlazijl. Ook de Friezen verzamelden zich en dwongen zo de Graaf tot een zeer langdurige en bloedige veldslag. Ongeveer tweeduizend Friezen sneuvelden en de rest nam de vlucht. Ze werden niet verder door het leger van de Graaf achtervolgd omdat deze wel inzag dat de Friezen beslist niet bereid waren om hun vrijheid op te offeren. In de belangrijke vergadering van de Friese kopstukken in Upstalboom was besloten om het land tegen elke aantasting van de Friese vrijheid te beschermen.
Toch leefden de inwoners van Stavoren en Westergo nog jarenlang in onmin met de Graaf. Er werden bestanden gesloten maar evenzo gebroken. Bijzonder nadelig voor de Friezen was de uitrusting van een Zuiderzee-vloot door de Graaf. Er vonden veel landingen plaats op de Friese kusten, gepaard gaande met plunderingen en brandstichtingen, vooral in Gaasterland.
Anno 1324. Toen de Friezen eindelijk genoeg hadden van deze kwellingen, trokken de Abt van St.Odulfusklooster en afgevaardigden van Stavoren en Westergo naar Haarlem voor onderhandelingen met de Graaf. Het kwam zelfs zover, dat de Graaf gehuldigd werd. De Friezen beloofden zich te zullen houden aan de uitspraken van de door de Graaf aan te stellen Schouten, Schepenen en Rechters. Met het verdrag was de rust in Westergo en Stavoren hersteld, maar de bewoners van Oostergo en de Stellingwerver Friezen, nog in oorlog met Jan van Kuinder, aanvaarden de Graaf niet.
Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland (Steensma, 1845)