Sommige geschiedschrijvers verhalen dat Graaf Jan II in 1300, na het bedwingen van de West-Friezen, met een grote krijgsmacht de Zuiderzee overstak om de Mid-Friezen de baas te worden. Bij Stavoren werd de vloot gestuit en teruggedreven, waarna Jan onverrichterzake naar Holland terugkeerde.
De strijdlustige Bisschop van Utrecht had zoveel onlust en strijd in Holland en West-Friesland veroorzaakt, dat deze Willem van Mechelen, door de burgemeester een jaar lang gevangengezet werd. Na zijn vrijlating verzamelde Willem in Overijssel een strijdmacht en trok naar Holland om dat te bedwingen. In de bloedige slag op 4 juli 1301 werd Willem door een Hollandse boer doodgeslagen. Het leger van de Bisschop werd verslagen.
Door bemoeienis van de negende potestaat van Friesland, Reinier Kamminga lieten de Hollanders Friesland met rust . De Friese edelen steunden den Graven van Holland niet opdat de Friese vrijheid niet verloren zou gaan. Van die vermaarde edelen werden genoemd Lollius Okkinga, Tjalling Eizinga en de krijgszuchtige Juw Dekama. Deze laatste hielp de Brabantse Hertog Jan II in zijn strijd. Later trok Juw naar Engeland waar hij Koning Edward I bijstond in diens strijd tegen de opstandige Schotten totdat hij, overladen met roem en rijkdom, in 1308 naar Friesland terugkeerde.
Een tot heden behouden schierstins uit omstreeksn anno 1300