De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 143)
Anno 1277. Door een hevige watervloed overstroomde op 25 december het Groninger land en Oost-Friesland. Tussen die landen ontstond nu een grote waterplas, het begin van de Dollard bij Emden. De zee werd met zo’n kracht de Eems binnengedreven, dat de rivierdijken bezweken en het Reiderland onderliep.
Tien jaar lang werd het Friese land geteisterd door zware onweerbuien en hoge vloeden. Door onderlinge ruzies en verarming waren de dijken ernstig verwaarloosd. Er was zelfs sprake van onwil om die slechte dijken te herstellen en te onderhouden. Zo werd verteld dat een rijke landeigenaar zijn land liever onder water liet, dan dat hij een doorgebroken dijk liet repareren. Dit zou ook zijn (armere) buren bevoordelen, met wie hij ruzie had. De slechte toestand van de dijken, de Dollardvloed en de daarna volgende overstromingen hadden tot gevolg dat 33 kerkdorpen, twee kloosters, ongeveer 20 gehuchten en het stadje Torum van de aardbodem verdwenen. Duizenden mensen en dieren verdronken.
Anno 1280. De edelen hadden bij vele dorpen hun versterkte huizen, stinsen en hier en daar sloten of kastelen gebouwd van hardgebakken Friese steen. De na-ijver, twisten en zelfs onderlinge oorlogen onder die edelen nam steeds meer toe. Ze bevochten elkaar op leven en dood. Aan het eind van de dertiende eeuw ontstonden twee groeperingen: die van de Schieringers en die van de Vetkopers. De edelen in Oostergo werden Vetkopers genoemd vanwege hun vetweiderijen op de vette kleigronden. Bewoners en edelen in Westergo droegen de naam Schieringers, vernoemd naar de schiere aal die toen in de brakke meren en poelen nog overvloedig aanwezig was.
Overheden, rechters, geestelijken kozen meestal elk hun partij ter ondersteuning. Zo ontstond een soms hevige burgeroorlog. Die onveilige situatie duurde twee eeuwen. Vele families verarmden, vrijheden gingen verloren, Friesland kwam onder vreemde overheersing. Want al te vaak werd voor de onderlinge strijd de hulp ingeroepen van een vreemde krijgslieden, die meestal uit waren op eigen voordeel uit plundering.
Alleen als Friesland werd aangevallen door het leger van een vreemde vorst, dan konden de onderling verbitterde partijen de geschillen even vergeten om zich te wapenen tegen de gemeenschappelijke vijand.
Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2012/08/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-143/