web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen ( deel 137)

 

Anno 1250-1254. In het Friese grensland Groningen heersten geruime tijd twisten tussen de zich verrijkende stadsadel en de Ommelanders. De laatsten trokken op  naar de stad. Het slot Gronenburg aan de Hunze, werd veroverd en met de grond gelijkgemaakt.  Vanwege de slechte weersomstandigheden werd dat beleg van de stad Groningen uitgesteld en pas hervat in het voorjaar van 1251. Na een maand verzet gaven de burgers zich over. De belegeraars trokken daarna verder richting Drenthe om het slot bij Peize te ontmantelen.
Aan de Westkant waren de West-Friezen actief met voortdurende aanvallen op hun buren. Bij Heemskerk sloeg de Hollandse slotvoogd een aanval af, waarbij vijfduizend West-Friezen werden gedood; hierna verminderden de vijandelijkheden.
Friesland, ten oosten van het Vlie, schijnt onder Potestaat Sikko Sjaardema een rustige periode te hebben meegemaakt, want Koning Willen II was de Friezen niet ongenegen. Bovendien probeerde hij de gunst van de geestelijkheid te winnen middels gaven en voorrechten. Zijn doel was om gehuldigd te worden als Graaf van Friesland. In ruil voor die titel beloofde Willem de Potestaat Sjaardema voor zijn familie de erfelijkheid van het potestaatschap en grote rijkdommen en voordelen uit het West-Friese gebied. Maar Sicco, wars van omkoperij weigerde en liet zelfs een penning slaan met het opschrift: LIBERTAS PRAEVALET AURO ( vrijheid is een groter goed dan geld).
Willem had steeds meer van doen met opstandige West-Friezen. In 1255 leden dezen een zware nederlaag. Ze waren des te meer verbitterd omdat Willem om hen te weerstaan het sterke slot Torenburg bij Alkmaar had laten bouwen. In december 1255 bood de strenge winter Willem een goede gelegenheid om zijn vijanden een les te leren. Bij Vronen werd zijn leger opgesplitst. Heer Willem van Brederode kreeg het bevel over de afsplitsing om de Dregterfriezen aan te vallen en behaalde de overwinning. Koning Willem trok met zijn manschappen over de ijsvlakte naar Hoogwoude; de edelen te paard en zwaar geharnast. Ongeduldig door het trage tempo van zijn manschappen op de gladde ijsvloer stormde Willem ver vooruit naar de oever. Daar werd hij nabij de rietkraag opgewacht door lichtgeklede en zich kalm terugtrekkende Friezen. Door het grote gewicht van zijn harnas en paard zakte Willem tussen het riet door het daar dunnere ijs, raakte te water  en werd door de Friezen doodgeslagen. Pas nadat het lichaam op de wal was getrokken, herkenden de Friezen de Koning en met een nóg grotere driestheid vielen ze de Hollanders op het lijf. Verhaald wordt dat van hun tegenstanders maar acht mannen het overleefden.
Het lichaam van Willem werd begraven in een woonhuis te Hoogwoude, de plaats welke hij in de as had willen leggen na met zijn legers alle Friezen te hebben verslagen. Pas 17 jaar later ontdekte zijn zoon , Graaf Floris V, het graf en liet het stoffelijk overschot naar Middelburg overbrengen.

 

 

Een bewerkt deel uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

Correcties: schrijfspecialist Herman Hiemstra.

De skiednis hat skiere contouren, mar kint bloedreade slachfjilden.

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2012/05/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-137/