web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 132)

Anno 1232.

De Groningers probeerden tevergeefs de opstandelingen uit Fivelingo te verslaan. Het leger verdwaalt in een zware mist en viel in de handen van de opstandelingen, die inmiddels het kasteel te Coevorden weer hadden versterkt.

De hoop van de bisschop van Utrecht was nu volledig gevestigd op de Friezen. Nogmaals verenigden Groningers en Friezen zich bij Bakkeveen. Bijna hadden ze de Drenten overwonnen toen de slotvoogd van Coevorden, Hendrik van Burdo, de Drenten te hulp schoot met een macht huursoldaten uit Westfalen en elders. De Groningers en Friezen, bevreesd voor de overmacht, vluchtten naar Groningen. Onderweg vielen zestig slachtoffers waaronder elf priesters en de deken van Oostergo, Hessel van Leeuwarden. Ter herinnering aan de gesneuvelde Friezen werd in 1233 het klooster Mariënberg gesticht.

 

Het gevolg van deze burgeroorlogen, gevoerd door de hoogste geestelijkheid, was het tenietgaan van het laatste beetje bloei en welvaart in de betrokken gewesten. Bovendien kenmerkten de jaren 1231 en 1232 zich door grote droogte, terwijl in 1233 de landen juist onder water werden gezet door een langdurige, heftige regenval. Ook nu weer was er een groot tekort aan voedingsmiddelen voor mens en vee.

In deze tijd betwistten ook de edelen elkaar de macht. Zo zou ene Jan Albada te Waaxens op het kerkhof Hetto Reinalda hebben doodgeslagen. Deze doodslag was de oorzaak van vele moorden en brandstichtingen. Zo gingen in Bolsward eind december veertien huizen in de vlammen op plus in Pingjum de stins van Douwe Hiddema. De brand in de stins Ailva kon op het nippertje worden geblust.

Omstreeks deze tijd viel ook het begin van de inquisitie. De kerk begon in Duitsland en ook in Friesland mensen te beschuldigen van ketterij. Voor het uitvoeren van de daarop staande doodstraf werd de hulp van de wereldlijke overheid ingeroepen.

Zelfs werden de wapenen opgenomen tegen steden en landstreken met overwegend afwijkingen van het “zuivere Roomse geloof”. Zo waren ook de Stadingers, een Friese volksstam aan de Wezer, in ongenade gevallen omdat ze weigerden om de bisschop van Bremen de “tienden”te betalen. Ze werden beschuldigd van afgoderij, duivelsdienst, toverij, ontucht en hoererij.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2012/03/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-132/