web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen ( deel 108)

Anno 1126. Na veel onderling geruzie onder de vorsten, werd uiteindelijk Lotharius, Hertog van Saxen en broer van Gravin Petronella, tot Keizer verheven.  Petronella wilde nu de Friese graafschappen, gedurende lange tijd in leen bij het bisdom Utrecht, met Holland verbinden. En zo schonk Lotharius, zonder zich te storen aan eerder verleende giftbrieven, als leen aan zijn zuster en dus ook aan haar zoon Diederik, de Graafschappen in Friesland tot aan de Lauwers.

Bisschop Godebald ontbrak het aan energie om zich teweer te stellen tegen deze overdracht. Hij stierf in het jaar 1128. Daarop werd Andreas, proost van Luik en zoon van de graaf van Kuik, tot Bisschop van Utrecht benoemd.

Anno 1132. Graaf Diederik VI, jong en onervaren, meende zeker te zijn van het bezit van het immer begeerde Friese land. Maar de Friezen waren niet gewillig om deze Hollandse Graaf als hun leenheer te erkennen. Allereerst kwamen de West-Friezen tegen Diederik  in opstand.

Diederik trok aan het begin van de winter een groot leger bijeen nabij Alkmaar. De hard aangevroren wegen en wateren gaven hem de gelegenheid snel op te trekken. Maar de Friezen werden niet verrast: ze hadden zich al bewapend en het werd een bloedige strijd. Het aantal doden, gewonden en gevangenen was enorm. Diederik won, maar kon in Friesland geen vaste basis vormen. Na enkele huizen in brand te hebben gestoken, trok hij vanwege een invallende dooi weer terug met medeneming van gevangenen en een oorlogsbuit. Zo bleef voor de Graafschappen Oostergo en Westergo de vrijheid behouden.

—————————————————————————————————————————————

Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland (Steensma, 1845)

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2011/06/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-108/