Anno 888. De Franse Keizer Karel de Dikke, verzwakt in lichaam en geest, was genoodzaakt om de Noorse rovers buiten zijn gebied te houden door omkoping met zware geldsommen. Mede hierdoor werd hij onttroond. Omdat zijn opvolger, de jonge Koning Karel de Eenvoudige, nog minderjarig was, kwam het feitelijke gezag over Frankrijk in handen van Odo, Graaf van Parijs en Hertog van West-Frankrijk.
Hoe meer de adel verzwakt waren, des te meer kregen de Noormannen de kans om te roven en te moorden. Zo verschenen ze in 889 met honderdduizend manschappen aan de mond van de Maas. Negentigduizend Denen trokken het land binnen, nauwelijks weerstand onder-vindende van de legermacht van de Hollandse Graven.
Maar in 890 trok de Duitse Koning Arnold hen met een groot leger zó onverwacht en krachtig tegemoet, dat er in de legerplaats geen Viking overbleef. Een groot deel van deze Deense nederlaag was te danken aan de moed en volharding van de Friese soldaten. Na deze veldslag, waarin ook de Deense zeekoningen Sigefrid en Godfrid sneuvelden, was de macht van de Noormannen zó afgenomen, dat ze een poos niets van belang konden ondernemen. Ook Friesland bleef in dat jaar vrij van hun aanvallen.
In deze tijd was IGO GALAMA II Potestaat over Friesland. Hij herstelde het goede gebruik om langs de kusten schildwachten te houden om te kunnen waarschuwen tegen de komst van de Noormannen en ook om toe te zien op de kwaliteit van de dijken.
De schildwachten bij Ezonstad (gelegen aan de Lauwerszee nabij Dokkum) kregen de extra zware verantwoordelijkheid om voortdurend waakzaam te zijn: “Haedet goede wacht tyan da Nordera oordt, want vuyt da grimma herna comt ws all quaed voort”.
Familiewapen van Galama.
Anno 895. Arnold, Koning van Duitsland, wist met moeite te bewerkstelligen dat zijn bastaardzoon Zwentibolch als Koning van Lotharingen werd erkend. De Friezen bewesten het Vlie behoorden tot dat machtsgebied, terwijl de Friezen ten oosten van het Vlie onder Arnold vielen. Deze laatsten stonden de Duitse Koning bij in zijn oorlogen tegen de Noormannen en tijdens zijn veldtochten in Italïe. Met medehulp van de Friese strijders kon Arnold in 896 de stad Rome veroveren en werd hij tot Keizer gekroond. In 899 stierf Keizer Arnold en werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk. Zwentibolch sneuvelde in een veldslag tegen de jonge Lodewijk, waarna de laatste Koning van Lotharingen werd en alle Friezen onder één opperhoofd geraakten.
Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland (Steensma, 1845)
De OUDE FRIEZEN, archief