web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 86)

Anno 884. Godfrid de Noorman, heerser over Friesland, had zich heimelijk met zijn zwager Hugo, Graaf van Parijs, verbonden tegen de zevenjarige Keizer Karel. Godfrid eiste middels de Friese Graven Gerolf en Gardolf van Karel de steden Coblenz, Andernach en Sinzig plus enige wijnstreken op, omdat Friesland geen wijn kon leveren.  Als pressie gebruikte hij de waarschuwing, dat hij bij weigering zou afzien van het beveiligen van het grondgebied tegen invallen van zijn landgenoten.

De Keizer zag hierin terecht een reden voor Godfrid om een oorlog te beginnen om het gewenste op die manier te veroveren. Gerolf en Gardolf kregen de boodschap, dat de Keizer onderhandelaars zou sturen en dat van Godfrid trouw aan de Keizer werd verwacht.

Anno 885. Tijdens onderhandelingen met Graaf Hendrik van Babenberg op de scheiding van Rijn en Waal, werd Godfrid en zijn manschappen vermoord door die van Hendrik. Waarschijnlijk was ook Graaf Gerolf omgekocht tegen Godfrid.  Hendrik, graaf van Saxen, had een grote legermacht samengetrokken. Met hulp van Duitse soldaten en burgers werden alle vindbare Noormannen in de Betuwe gedood.

Godfrid had al voor zijn dood een bende Noormannen naar het oosten van Friesland gelokt om zich -bij  weigering van zijn eisen aan Karel- kracht bij te zetten.  Deze Noormannen waren naar Saxen getogen en stroopten daar alles af. Een grote groep Friezen kwam de Saxers te hulp en vielen de Noormannen in de rug aan. Deze, nu van hun schepen verwijderd en afgesneden, werden door de Friezen en de Saxers in de pan gehakt. Het lukte de Friezen ook om de, met de rijke buit beladen, Deense schepen te veroveren. Deze buit, bestaande uit goud, zilver en kostbare goederen, werd nu onder alle krijgers verdeeld.

Hugo, de Graaf van Parijs, die met Godfrid tegen Karel had samengezworen, viel kort daarna in de handen van de Saxische Graaf Hendrik. Op bevel van de Keizer werden Hugo de ogen uitgestoken. Hij leefde daarna nog enkele jaren voort in een klooster.  Gerulf kreeg uit het gebied van Godfried aanzienlijke lenen en vrije goederen in ZuidHolland. Hij wordt geacht de vader te zijn van Diederik, de eerste Graaf van Holland.

Anno 887. De Deense bevelhebber Sigefrid, één van de belegeraars van Parijs, kwam op zijn terugtocht in Friesland aan en vond daar de dood. Nu, na de dood van de dictator Godfrid,  waren de  Friezen vastbesloten om geen enkele Noorman meer een voet op Friese bodem toe te staan. Toch bleven deze gebieden inclusief Frankrijk en de landen langs de Rijn nog ruim een eeuw geplaagd door de roof en moordzucht van de Vikingen.

 


Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)


                              De OUDE FRIEZEN, archief

         

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2010/11/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-86/