web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 83)

Anno 863. Jaar in jaar uit werden de noord-westelijke kustgebieden geplaagd door de invallen van woeste Noormannen. Karel de Kale had tevergeefs geprobeerd de rovers af te kopen met  vier duizend pond zilver. Maar de westerse vorsten waren dom genoeg en onderling vijandig om zelfs de hulp van de Denen in te roepen tegen hun vijanden.
Erik de Noorman, die hier nogal wat landgoederen bezat, werd in 867 weggejaagd. Hij nam de vlucht naar Denemarken, wapende zich daar, viel Friesland binnen met een grote bende rovers en heroverde zijn lenen.

In 869 overleed Lotharius II en in de volgende periode, gekenmerkt door de machtstrijd tussen Karel de Kale en Lodewijk de Duitser, profiteerden de Noormannen van het bestuursvacuüm door deze kusten voor de zoveelste maal te beroven. Ook in dát jaar overvielen de Denen Friesland met een grote macht. Overal werd geplunderd, brand gesticht en gemoord. Maar potestaat Hessel  Hermana wist de Friezen te bewapenen. In een bloedig gevecht, waarbij Hermana zwaar gewond werd, gelukte het hen om de Noormannen te verjagen. In hun vlucht werden veel rovers om het leven gebracht.

Anno 873. Mede doordat Karel de Kale steeds heulde met de rovers, hen met zilver afkocht en gebied afstond, bleef Friesland voortdurend het toneel van verwoestingen door de Noormannen. Ook Rodolf, een neef van Erik, met een leen in Karel’s rijk, kon zijn roofzucht niet bedwingen en plunderde waar hij kon.  Terwijl de Deense koning Sigefrid probeerde om vrede te sluiten met Lodewijk, kwam Rodolf met een grote vloot Friesland aandoen, waar graaf Abdagus in naam van Lodewijk de Duitser het bevel voerde.

Rudolf eiste een forse schatting van de Friezen, maar dezen weigerden te betalen mede omdat ze al aan Lodewijk schatplichtig waren. Rodolf zwoer dat hij alle mannen zou ombrengen en hun bezittingen, vrouwen en kinderen te zullen meevoeren. De Friezen, die alles te verliezen hadden, waagden het de strijd aan te gaan. Al in het begin van het zeer bloedige gevecht sneuvelde Rodolf.  Nadat de Friezen achthonderd van hun vijanden hadden verslagen, vluchtten de overblijvende rovers. Afgesneden van hun schepen bezetten de Denen een sterkte, waar ze door de Friezen werden ingesloten en belegerd. Na stevige onderhandelingen werd de Denen toegestaan te vertrekken met hun schepen, na overhandiging van de buit erin en de belofte om nooit weer het gebied van Lodewijk te zullen binnenvallen.


Dit was een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

 

De OUDE FRIEZEN, archief

 

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2010/10/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-83/