web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 78)

Na het overlijden van Fokko Ludigman, werd Adelbrik van Adelen  de derde Postestaat van Friesland. Al  snel na zijn aanstelling  voerde hij een leger Friezen aan tegen een inval van Gustaaf  Lappon, die met ruim achthonderd ingehuurde Zweden en Gothen de Lauwers waren opgevaren om zich daar te vestigen. Bij het huidige Kollum werden de rovers verslagen.

Maar ook de Denen lieten Friesland niet met rust. Met dertien schepen stroopten ze de Friese kusten weer af. De Rijn werd opgevaren en Wijk-bij-Duurstede werd geplunderd en deels in de as gelegd. Met een nóg grotere vloot richtten de rovers in 835 grote verwoestingen aan op de kusten van Vlaanderen, langs de Maas, de Schelde en de Rijn. Friesland werd zwaar gebrandschat, Antwerpen, de handelsplaats Wilta en Wijk-bij-Duurstede werden geplunderd.

Anno 836. Lodewijk had in eigen gebied en aan het hof zoveel te stellen, dat hij geen behoorlijke voorzorgen kon nemen tegen de invallen van de woeste Noormannen.
In het voorjaar werden de kusten van Friesland wel met wat Frankische soldaten versterkt, maar dit belette de Denen niet om het jaar daarop terug te komen. Alleen het Friese gebied van Erik, een broer van Harald, kon goed worden bewaakt en verdedigd.  Maar het slecht bezette Walcheren werd nogmaals geplunderd. Eginhard, Graaf van Walcheren, en Hemming, beide broers van Harald, sneuvelden daar in een gevecht tegen de Denen. Ten derde male voeren de Deense rovers de Rijn op en beroofden Wijk-bij-Duurstede.

Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)


 

De OUDE FRIEZEN, archief

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2010/09/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-78/