web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 76)

Anno 813.
Karel de Grote vreesde dat, bij zijn dood, vele delen van zijn rijk door de Noormannen zouden worden veroverd. In 807 had hij al een gebiedsverdeling gemaakt  ten behoeve van zijn drie zonen Karel, Lodewijk en Pepijn. Friesland en Saxen zouden aan Pepijn toegedeeld worden. Maar deze stierf in 811 en liet zijn eigendommen en rechten na aan zijn toen 12 jarige zoon  Bernard.  In 814 stierf kinderloos ook zoon Karel , waardoor de verdeling van Karel de Grote op losse schroeven kwam te staan.  Karel liet aan Bernard de regering van Italïe over.  Op een rijksdag in 813, stelde de toen ruim 70-jarige keizer voor om zijn overgebleven zoon Lodewijk als mede-regent  met de titel keizer aan te nemen.  Karel de Grote stierf te Aken in 814.
Onder Karel kreeg Friesland een betere en doelmatiger regering. En in Karel’s laatste wils-beschikking werd nog driekwart van de schattingen ter beschikking gesteld aan de armen, kerken, bisdommen, abdijen en diverse nuttige instellingen.
Lodewijk kreeg de bijnaam “de Vrome” , maar hij was niet erg geschikt om het grote rijk te besturen. Al snel maakte hij vijanden onder de geestelijkheid en aanzienlijksten in het rijk. Wel kon hij de Friezen aan zich binden door zijn goedheid en weldadigheid. De edelen, die hun bezittingen onder Karel alleen als leen beheerden, kregen deze weer in vol eigendom. Om die reden betaalden de Friezen zonder gemor de jaarlijkse schattingen en stonden de keizer bij in zijn oorlogen.
Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

De OUDE FRIEZEN, archief

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2010/08/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-76/