web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 74)

Anno 810. De Deense Koning Godfrid ( Gotricus) trok in dit jaar met een nóg grotere legermacht in tweehonderd schepen naar Friesland om te plunderen en te vernielen, maar vooral om via Friesland het gebied van Karel de Grote te gaan bezetten. (De vroegste vermelding van Deense plundertochten naar Nederland dateert uit ± 530)  In het “Beowulf epos” wordt verhaald hoe Deense schepen onder aanvoering van koning Hygelac op rooftocht trekken naar Frisia. Een leger van Friezen, Hattuariërs (Hetwaren), en Franken wist de Denen toen te verslaan.

 

 

Koning Godfrid was verbitterd tegen de Friezen omdat hij, als kleinzoon van Radbodus II, recht meende te hebben op de heerschappij over Friesland.  Al meteen namen de Denen de Friese eilanden in, roofden, vernielden en moordden op gruwelijke wijze. Daarna vielen ze, op drie plaatsen tegelijk, het Friese vasteland binnen. Na drie veldslagen, waarbij de Friese aanvoer-der Herik door Godfrid eigenhandig werd doorstoken, kwam Friesland onder het juk van de Noormannen. De Denen verwoestten geheel Friesland: ze staken kerken, kloosters, steden en dorpen in brand; ze vermoordden op gruwelijke wijze een zeer groot aantal inwoners.

Speciaal waren de Denen gebeten op de Christenen. Direct al moesten de Friezen een schatting van twee honderd pond zilver opbrengen, want het was de Noormannen er ook om te doen om de Friese welvaart een gevoelige slag toe te brengen. Godfrid gebood de Friezen ook om deuren in de noordkant van hun woningen aan te brengen en wel zó laag, dat zij moesten bukken om daarmee hun onderwerping aan de Noormannen te tonen. Mogelijk behoort tot het rijk der fabelen, dat Godfrid de Friezen verbood om gouden en zilveren sieraden te dragen. En dat hij de Friezen verplichtte om een halsband te dragen van hout, gevlochten van wilgetenen.

Na in midden-Friesland  alles danig verwoest te hebben, trokken de Noormannen naar Groningen, welke nog steeds slecht versterkte woonplaats snel werd ingenomen en alweer het toneel werd van moord, brand, roof en verwoesting. De Martinikerk werd in brand gestoken en vele Christenen vermoord. En zo werden de Noormannen de schrik van geheel Friesland van de Eems tot het Vlie en veel verder. Godfrid beroemde zich er alvast op dat Friesland en Saxen zijn wingewesten waren en dat hij Keizer Karel zelfs te Aken zou opzoeken en bevechten, zodat ook Germanïe door hem zou worden onderworpen.

De Wilzen hadden nu de kant van Godfrid gekozen en zij verwoestten in het Oosten vele plaatsen en sterkten. Na de stormvloed van 838 beleende Lotharius I de Deense broers Rorik en Harald met Frisia – het huidige Friesland en Holland – in een poging de aanvallen van de Vikingen op Holland te weren. In 885 wordt de Deen Godfrid de Noorman vermoord door Gerolf, gouwgraaf van Fresonum, een van zijn eigen “huskarls”  (huiskerels, lijfwachten).  Als beloning verkreeg deze Gerolf van de Oostfrankische Koning Arnulf op 4 augustus 889 een bos en een bouwakker tussen de monding van de Oude Rijn en Suithardeshaga (Bennebroek bij Haarlem) in vol eigendom.

– De moord op Godfrid de Noorman markeert het begin van  Hollands onafhankelijkheid.  Koning Arnulf moet dik tevreden zijn geweest met de moord, want Gerolf, de stamvader van het eerste Hollandse Huis ontving ook gebieden en goederen buiten zijn graafschap, waaronder een aantal boerderijen en huizen in Tiel, Aalburg en Asch.

Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

De OUDE FRIEZEN, archief

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2010/08/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-74/