Anno 720.
De zoon van Radbodus, Adgillus II werd door de Frankische Koning Karel Martel bevestigd als Koning van Friesland. Deze Karel wist ieder voorval te gebruiken om zijn rijk uit te breiden en om zijn gezag te versterken. Zo gelukte het hem om Raganfrid, die enigszins hersteld was van zijn vorige nederlaag, verder te vernederen.
Anno 730.
De Friezen werden, daartoe gedwongen of vrijwillig in hulpbenden, geleidelijk aan verwikkeld in de oorlogen van Karel Martel. De Saracenen, aanhangers van Mohammed, trokken met vrouwen en kinderen vanuit Spanje over de Pyreneeën met het voornemen om zich in Zuid-Frankrijk te vestigen. Karel verjoeg hen met een grote legermacht onder bijstand van de Friezen, maar na een korte poos vielen de Saracenen met honderduizenden Frankrijk binnen tot aan de Loire. Karel moest nu Eudes (die voor de eerste inval een verbond had gesloten met de Saracenen) te hulp schieten om de woeste benden te verdrijven. In deze veldtocht van Karel was een groot aantal Friezen, die -door hun dapperheid- veel bijdroegen aan de overwinning.
Slecht beloond door Karel werden de nu opstandige Friezen naar huis gestuurd. Mede door klachten van Willebrordus aangespoord, rustte Karel een grote vloot uit, trok aan op de Middelzee waar hij zijn leger ontscheepte en met zo’n woede op de Friezen aanvielen, dat de meesten daarvan verslagen werden en de overigen op de vlucht sloegen. Ook de Friese veldheer Poppo sneuvelde.
De Franken overstroomden nu bijna geheel Friesland, roofden wat hun beliefde, verbrandden de afgodstempels en bossen. Pas nadat de Friezen hun onderworpenheid aan Karel erkend hadden, vertrokken de Franken naar hun vaderland. Adgillus II, ( van 734-748?) als heerser over Friesland ten Oosten van het Vlie, zou zich ( als man van de vrede en voorstander van het Christendom) buiten deze oorlog gehouden hebben.
Een bewerkt deel uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland (Steensma, 1845)