Hierbij mijn bijdrage aan de Nationale Gedichtendag 2010. Dit beeld is van een vooraanstaande Romein ( zo te zien geen vechtersbaas maar een hoge ambtenaar) die moet vertrekken naar den vreemde. Hij heeft zich al neergelegd bij de opdracht van zijn keizer, kijkt al vooruit, maar troost ook zijn vrouw.
Het is een gecomprimeerde, niet dekkende, variant op dit bekende gedicht van Joost van den Vondel uit de Gysbreght van Aemstel. De Romein zou in die tijd (cynisch) kunnen zeggen: Je hebt toch deze mooie villa met fresco’s en mozaïeken, onze kinderen en de slaven nog?
Waar werd opregter trouw
dan tusschen man en vrouw
ter wereld ooit gevonden?
Twee zielen gloeiende aaneen gesmeed,
of vast geschakeld en verbonden
in lief en leed.