web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Oude Friezen, (deel 25)

Ter gelegenheid van DE WEEK VAN DE GESCHIEDENIS 2009 hierbij een EXTRA aflevering van de CURIEUZE en GRUWELIJKE geschiedenis van de Friezen.

ANNO 270.

Naar mate de verwarringen in het Romeinsche gebied steeds toenamen waren de Romeinen ook van buiten te minder geducht, en poogden de volken, door hen voorheen ten onder gebragt of schatpligtig gemaakt, hunne onafhankelijkheid te hernemen.
 
Keizer Aurelianus beteugelde wel de Seuven, Sarmaten en andere volken, doch daar hij, na slechts vijf jaren regerens, vermoord werd, en in dien korten tijd met zoo vele andere gewigtige zaken bezet was, gelukte het niet, om de Friezen en Cauchen te beteugelen, die Gallië door hunne zeerooverijen ontrustten. Zelfs langs den Rijn bestookten zij de Romeinsche legerplaatsen, waar zij vele van derzelver sterkten vernielden, en vele groote en rijke steden in Gallie bemagtigden, zonder dat de Romeinen hun weerstand konden bieden.
 
Anno 276.
 
Probus, Keizer van Rome, altijd gewoon te overwinnen, ving aanstonds bij het begin zijner regering den oorlog aan tegen de Duitsche en overrijnsche volken, die Rome’s magt zochten te fnuiken. Eerst verjoeg hij de Duitsche  volken uit Gallie, alwaar hij wel zestig steden, door hen in bezit genomen, veroverde, en al den buit, door hen voormaals geroofd, deed wedergeven, terwijl hij de Alleman-nen, Franken, Friezen, Cauchen, Sicambren en andere volken heinde en verre verspreidde, sommigen verplaatste, en velen de vlugt deed nemen.
 
Probus stichtte voorts verscheidene steden en sterkten aan en over den Rijnoever, om alzoo die volken te beteugelen, en de magt der Romeinen van deze zijde geducht te maken en te verzekeren. Hij leidde in deze sterkten en steden Romeinsche bezettingen, die rijkelijk verzorgd werden, en dagelijks de landen afstroopten, menigten van Germanen dood sloegen, en hunne hoofden aan den Keizer bragten, als wanneer zij voor ieder hoofd eene vereering of belooning genoten.
 
Thans was ook het toen uitgestrekte Friesland onder de magt van Probus, die uit deze overwonnene volken, ook uit de Friezen, wel zestienduizend jonge manschappen tot de krijgsdienst koos, en voorts onder de legioenen der Romeinen indeelde.
 
Proculus, een voornaam krijgsoverste der Romeinen deed pogingen, om zich ook als Keizer te doen erkennen. Hij zocht hulp bij de Friezen, doch dezen wilden liever Probus dan Proculus dienen. Zij gedoogden ook niet, dat hij zich in Friesland verschuilde. De Friezen leverden Proculus spoedig in handen des Keizers, wanneer hij in den dood het loon zijner muiterij en opstand vond.
Later werd ook zekere Bonosus tot Keizer opgeworpen; doch ook de Germanen wilden liever Probus dan Bonosus eerbiedigen, zoo dat zij ook dezen verwierpen. Dit gaf voorzeker nog eenige verzachting aan het anders harde juk, waarmede Probus deze volken tuchtigde.
En met betrekking tot Friesland schijnt het zeker te zijn, dat, hoewel de Romeinen er hunne sterkten en krijgsvolk hadden, zij zware schattingen eischten en krijgsvolk ligteden, Friesland nogtans zijne eigene onder-regering had, en niet geheel als een overheerd wingewest behandeld werd.
 
Inmiddels hadden de Friezen en andere omliggende volken nog hunne bijzondere oorlogen onderling te voeren.
 
 

Uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

       GESCHIEDENIS van de OUDE FRIEZEN, archief

 

 De skiednis hat skiere contouren, mar kint bloedreade slachfjilden.

Oant sjen.
 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2009/10/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-oude-friezen-deel-25/