web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Oude Friezen, (deel 18)

 

Civilis gevoelde hoe moeijelijk het viel, zich van de nog magtige Romeinen te ontslaan, waarbij nog kwam, dat zijn volk en zijne bondgenooten mede moedeloos waren geworden en de hoop lieten varen om de Romeinen langer met eenig goed gevolg te kunnen bestrijden. De Romeinen, hoe magtig ook, erkenden bij de bewoners dezer gewesten te veel dapperheid en vrijheidsmin om hen ten eenemale onder het juk te brengen. Hier bij kwam nog, dat het Romeinsche krijgsvolk, meest Italianen, aan zoeler lucht en vasteren grond gewoon, hier in deze oorden, vooral in het najaar en bij de natte tijden, niet alleen weinig kon uitrigten, maar ook dat en boven veel te lijden had, en aan hunne gezondheid veel nadeel moesten gevoelen. Te meer nog, alzoo zij bij hooge waterstanden, in een onbekend moerassig land zonder dijken, aan velerlei vermoeijenissen waren blootgesteld.

Dit laatste had ook thans, in het najaar van het jaar 70 plaats. Cerialis liet dan ook, hoewel op vernederende voorwaarden, aan Civilis den vrede aanbieden. Civilis overtuigd, dat het voor hem tijd was, om den oorlog te eindigen, zoo hij niet bij vriend en vijand tevens in ongunst wilde vervallen, gaf dan ook gehoor aan dit aanbod. Op eene brug over den IJssel, kwamen de beide hoofden in een mond gesprek. Cerialis bejegende Civilis hard over zijnen aangevangen en oorlog en vermetelen opstand tegen de Romeinen, waartegen Civilis zich verschoonde door tegenreden, doch bragt men het eindelijk tot een verbond, waarbij wederzijds de wapenen werden nedergelegd. Zoo veel kan men afleiden uit het wat daarna gevolgd is, dat de Batavieren, Friezen en verdere bondgenooten wederom tot bondgenooten der Romeinen aangenomen, en in hunne vorige betrekking hersteld werden; welk bondgenootschap, thans aangegaan, omstreeks tweehonderd jaren heeft stand gehouden.

Het jaar 70 was alzoo voor Friesland een zeer gelukkig jaar, al zoo de oorlog onder Civilis tegen de Romeinen nu werd geëindigd; en bijna gelijktijdig dat de vrede met de Denen of Noormannen hersteld geworden, althans men had een zesjarig bestand gemaakt, hetwelk men ook, naar het schijnt, van beide zijden onderhouden heeft. In den oorlog tegen de Romeinen was intusschen al dat bloed vergieten nutteloos geweest.

Uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

       GESCHIEDENIS van de OUDE FRIEZEN, archief

                      De skiednis hat skiere contouren, mar kint bloedreade slachfjilden.

Oant sjen.

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2009/09/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-oude-friezen-deel-18/