web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de oude Friezen. Deel 4.

 
Het ontbrak in Friesland niet aan vele meren en waterplassen, die, bij de minst buitengewone vloeden of opdijning der zee, tot onafzienbare watervlakten gemaakt werden, zoo dat de inwoners telkens of naar de hoogere oorden vlugten, of hunne woningen op hoogten bouwen moesten, zoo mogelijk voor hooge vloeden ongenaakbaar. Men houdt het daar voor, dat de armsten ook meest de zeekusten en de meer aanzienlijken de hoogere streken landwaarts in bewoonden. Het behoeft naauwelijks gezegd te worden, dat het land, toen en nog lang daarna zonder zeedijken of waterkeeringen zijnde, al heel dikwijls door de golven overstroomd werd. Later eerst heeft men zwakke en lage dijken tegen het geweld der zee opgeworpen. Onze tegenwoordige stevige zeedijken zijn van lateren tijd, te weten uit het laatste der zestiende eeuw; na dat de zee menige streek lands aan Friesland gegeven, maar nog meer ontnomen had.

FRIESE VORSTEN Volgens vele verhalen der oude geschiedschrijvers zou FRIZO, die men houdt voor de eerste bevolker van Friesland, met zijn gezelschap hier te lande zijn aangekomen ruim driehonderd jaren voor Christus of naar andere opgaven zouden deze de vorige bewoners verdreven hebben. Frizo had, volgens die verhalen, zeven zonen en eenen dochter geteeld bij zijne vrouw, Hil geheeten, die in het kinderbed van de dochter gestorven was, waarom Frizo deze den naam van WEEMOED gaf. Een der zonen, HAJO genoemd werd opperpriester en, in het algemeen, opziener over de zaken, die de godsdienst betroffen.

Een ander, AESGO was regter in burgerlijke zaken. Zijnen broeder SCHOLTE waren de hoogere regtszaken toevertrouwd. GAELE zou het opzigt over de dijken en wegen gehad hebben, en HETTO werd door zijnen vader Frizo naar Duitschland gezonden om de Katten, een Duitsch volk te besturen, welke naar hem den naam van Hessen zouden aangenomen hebben. Kort na de aankomst van Frizo, zou zijn zoon VITO of JUTTE eene dochter van den koning van Jutland getrouwd hebben, zijnde dat land naar hem naderhand aldus benoemd. Frizo zou na eene regering van achtënzestig jaren gestorven, en te Stavoren, waarvan de eerste grondlegging almede aan hem toegekend wordt begraven zijn.

 
STAVOREN
Aan Asinga Ascon, kleinzoon van UBBO, wordt toegeschreven, dat hij de stad Stavoren, door Frizo reeds gesticht, meer voltooid en bevestigd heeft. Ook zijn er, die dezen Prins Ascon de eerste stichting der oude hoofdstad van Friesland toekennen, en wel omstreeks de geboorte van Christus. Stavoren dan, om dezen tijd gesticht of vergroot, is de oudste der Friesche steden, en schijnt door Ascon tot de zetelplaats der Friesche prinsen geschikt, en met zoo veel aanzien en luister als de tijden veroorloofden, bebouwd te zijn.

Ook was deze plaats de hoofdzetel van de afgoderij onzer heidensche voorouders, hebbende de afgod Stavo, van wien ook de stad haren naam ontleent, hier eenen tempel. De oude stad echter, die na hare eerste stichting meermalen vergroot is geworden, en eeuwen lang de hoofdstad des lands en de zetelplaats der prinsen, hertogen en koningen was, lag veel zuidwestelijker, dan het huidige Stavoren, hebbende de zee van voor vele eeuwen hare eerste grondvesten overstroomd.

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2009/02/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-oude-friezen-deel-4/