web analytics

NATTE DROMEN voor de NOORD-NEEDERLANDERS

 Natte dromen voor de Noord-Neederlanders ?

In 1995 moesten al 250.000 mensen worden geëvacueerd wegens overstroming van rivierdijken. De overheid stelt geen bescherming te kunnen bieden aan én platlanders én stedelingen. Bestuurders kozen ervoor om grote delen van de lage landen te laten overstromen. Door hier en daar kaden en dijken moedwillig te laten doorsteken. De provincies en de gemeenten mogen voor die “inundatie” binnenkort nog wel de gebieden uitzoeken.

      De laatste tijd kwamen er nogal wat onheilvoorspellende rapporten, nota’s en studies aan het daglicht. Over dat de Friese bodem 35-80 cm zou kunnen dalen door zout-en/of gaswinning. Over dat aan de andere kant van de dijken de zeewaterspiegel zestig centimeter of meer zal stijgen door poolijs- en gletsjer-smelting. De inschatting is óók nog dat het in de toekomst vaker en harder zal regenen. Een grensover-schrijdend probleem want buitenlanders hebben de neiging om die plotselinge hemelwaterstromen heel snel naar hier af te voeren.

   Neder-land ligt laag. De naam zegt het. Al dat water moet hier een geschikte plas, poel of een onder-te-lopen-veldje kunnen bereiken. Anders krijgen de stedelingen natte voeten. Daarom moeten er jaarlijks heel wat dichtgeslibde sloten worden uitgehekkeld, vaarten en meren worden uitgebaggerd. Dan kan de nattigheid beter wegstromen naar een tijdelijke opslag om wat later bij eb in zee te worden weg-gespuid, -gesluisd of -gemalen. Komt die toekomstige watervloed vanuit het achterland té plotsklaps dan kunnen de té lage wallen en dijken breken. Uiteraard  zullen eerst de uiterwaarden onderlopen. Maar ook grote ándere delen van het platteland en vele steden liggen in de gevaar-zône.

De laagstgelegen provincies Friesland en Groningen zijn voor die hoge-noodopvang  in “vakken” verdeeld. De Waterstaatse vakkenvullers hebben een waterscheidslijn getrokken waar voorbij delen van “it bêste lan fân d’ierde” mogen verdrinken. Aan de inwoners van die nood-overloopgebieden zal worden aangeraden te verhuizen. Over nood-evacuaties, speciaal van zieken, ouderen en gehandicapten is nog niet erg nagedacht. 

Overstroming van de natte boezem is geen optie. Want daar liggen de gronden al té laag en is de grondwater-stond al té hoog. Elke druppel water komt er bovenop en dat betekent in het uiterste geval een boezem-aanwas tot het formaat van de vroegere Middel-zee. Daarom zijn de meeste overloop-gebieden gedacht aan de wat hogere zuidoostkant van Friesland. Maar ook dáár moeten de watergeulen door de water-geuzen grondig worden uitgebaggerd om geschikt te zijn voor sneller wateropvang.

Het probleem is een in Nederland jaarlijks groeiende bagger-achterstand. In 2001 schatte men het overschot op 200 miljoen m3 zoet baggerslib. Die smurrie zou voor 50 % vervuild zijn en moet worden ‘gereinigd’. Het slib moet ergens worden opgeslagen, verwerkt en gestort.
Maar daarvoor (wordt beweerd) is meestal in de provincie van afkomst geen geschikt gaatje. Daarom wordt ermee gesleept. Van hot naar hier, bijvoorbeeld met een 300.000 kuub van Haarlem naar Burgum. De “specie” werd gestort in een voormalige zandwin-put. Twee scheepsladingen zijn al eens teruggestuurd wegens een onacceptabele vervuiling.

Toen pas bedacht de provincie dat het ook wel goed zou zijn als er in Friesland nog wat stortruimte overbleef voor het schonere Friese baggerslib.Er valt de komende jaren in Nederland zeker 85 miljoen kuub op te lepelen. De Grenslanders zijn alreeds begonnen met het bouwen van baggerslib-terpen  

Het spul komt ook de Friezen de strot uit.Vandaar mijn ideetje: het is niet nodig om in Friesland te baggeren als de putten, petten, sloten, vaarten en meren niet worden volgegooid maar het land er omheen wordt opgehoogd. We zouden hier zelfs stinkend rijk kunnen worden door (toch wel, en tegen een stevig tarief) baggerdumping van elders toe te staan. Het halve Friese land kan ermee wel zestig centimeter worden opgehoogd. Maar die nieuwe toplaag is dan wel flink vervuild. En de miljoenen koeitjes in de wei kunnen we dan vergeten.

Nóg een tip: voor de voorspelde stormvloeden met grondzeeën van wel zes meter hoog is heel wat dijkversterking nodig. Laten de waterreuzen hier in het Noorden nou én veel baggerslib én nog een beetje aardgas voorradig hebben….dé materialen voor het bakken van zout-geglazuurde kunstbasalt-blokken voor sterke dijken rondom de eigen provincie. Plus héél veel bakstenen voor export naar andere nederlanden om ook daar bisamrat-bestendige wallen te kunnen bouwen. En: om aan de landsgrenzen een paar grote dammen te metselen (om daar een rivierwatervloed tegen te houden). Dát zal de buitenlanders leren om zelf maatregelen te nemen.       

Friesland steekt de hand óók in eigen boezem. “EIGEN BOEZEM…EIGEN SLIB” wordt de strijdkreet. De provincie wilde al niet toestaan dat van onder onze neus wat Waddengas zal worden gewonnen. Vanwege de verwachte bodem-uitzakkingen.

Maar het Rijk kan zich er flink mee verrijken en dreigt nu mooie Friese plannen te torpederen. Had je gedroomd: de op z’n tijd eigenwijze Noordelijke Neederlanders weigeren straks nog hun rijkdommen te verkwanselen. Het laatste restje gas uit de bijna uitgeputte velden houden ze dan mooi zelf. Ook de inkomsten en wegenbelasting blijft hier. Voor bekostiging van een dijkhoge A7 en Wâldwei. Ook wordt van de opbrengsten in de Waddenzee een windmolenpark gebouwd voor eigen stroomvoorziening. En, vooruit-denkend naar natte tijden, er wordt alvast een overstromings-bestendige woning bedacht. waarbij deze toevallig ook aardbeving-veilig is: een fantastisch goed Fries export-product. Zó zijn de dagdromen. Hopelijk worden het geen natte dromen. Natte voeten hebben ze al.              Henk Veenstra

 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2008/09/natte-dromen-voor-de-noord-neederlanders/