EEN GOEDE BUUR . . . . .
Alle begin is moeilijk, maar…. een goed begin is spreekwoordelijk alvast het halve werk. Daarom: als ik iets wil schrijven begin ik de dag met een goede eerste kop koffie. Foar de kofje net eamelje, zeggen de Friezen (vrijelijk vertaald: Voor de koffie niet E-mailen). Elke ochtend kan ik kiezen of ik het mooie van die dag wil zien….of niet. Immers: Het cadeau van nu is vandaag, En: een bloemetje hoort er dan bij, dus Ik pluk de dag en stop hem in een cache. Dat archief-kastje moet ooit eens worden geleegd, dus zó kan ik lekker bezig blijven. Mooie herinneringen voor later…kun je alleen NU maken. In mijn “grabbelton” is inmiddels zoveel te vinden, dat ik altijd iets speciaals aantref om over te schrijven. Ook al is het onzin: ik heb er altijd zin in. Immers: De zin van het leven is…. zin erin hebben.
Nou ja, meestal heb ik er wel zin in. Niet altijd dus: niet als bijvoorbeeld mijn computer niet precies wil doen wat ik wil en ontiegelijk snel heel zorgvuldig fouten maakt. Misschien ligt het aan het toetsenbord en is dat ding er stiekem op gebouwd om mijn fouten in de computer te brengen. Soms erger ik me wel wat aan dat domme ding, maar een oude boom valt niet na de eerste slag. Dus blijf ik meestal aanmodderen tot ik inzie dat ik het voorliggende probleem toch niet zélf kan oplossen. Mopperen heeft weinig zin, want (218) dy’t altiten gromt hat in hûnelibben (wie altijd gromt heeft een hondenleven).
(217) Brûk dyn ferstân, sei de man en hy smiet de komputer it finster út. Zó ver wilde ik bij een recente problematiek nog niet gaan. Ik besefte: wie de lat hoog legt, gaat er gauw aan onderdoor. Dus stelde ik niet uit tot morgen wat ik vandaag door een ander kon laten doen. Na enige ootmoed verzameld te hebben middels een tweede kopje koffie, riep ik mijn vrijwillige, zeer deskundige computerhulp in met in m’n achterhoofd de mijns inziens zeer wijze spreuk: Wie het ver zoekt kan het dichtbij niet vinden ofwel Wie het dichtbij niet kan vinden is ver van huis.
Mijn buurman-computer-vriend kwam bij mijn hulpgeroep meteen langs, want zoals hij meestal zegt: Een goede hond blaft niet zonder reden. Iedereen lijkt verstandig….tot hij z’n mond opendoet, dus na een korte probleem-annaliese hield ik m’n mond, zette verse koffie en liet hem z’n herstel-gang gaan.
Dat technische gepuzzel is mijn pakkie-an niet. Het is zoals de boer zei: “Ieder diertje zijn pleziertje” en hij joeg de stier de wei in. Eventjes serieus: ik waardeer mijn buurman bijzonder voor zijn vrijwillige, onbetaalbare hulp. In de regel krijgen vrijwilligers niets betaald. Niet omdat ze niets waard zijn maar juist omdat ze onbetaalbaar zijn. En wat vriendschap betreft: de Friezen zeggen: (216) Freonen is in seltsum besit as men yn ‘e nederklits sit. Nou, de duistere wolken in mijn digibetisch hoofd, indachtig het spreek-woord (215) Tsjûstere wolken kinne lang hingjen bliuwe, waren al snel verdwenen…. als sneeuw voor de zon. En na die verlichting hieven wij toen een glêske Beerenburg op naar de tegel aan de wand met de spreuk: Neem het leven maar niet serieus… je komt er toch niet levend van af.
Dus: Eind goed…al goed. HV NL
Een hommel zoemt voorbij,
vliegt onmiddellijk terug;
bloempje vergeten?