web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Friezen (deel 113)

Anno 1147. De Paus had gepredikt om de Moren uit Spanje en Portugal te verdrijven. De Friezen zaten intussen niet stil.

Een leger, samengesteld uit Friezen, Keulenaren en andere bewoners langs de Rijn en Wezer ging scheep om tegen de “ongelovigen” te strijden. Bij het aandoen van Engeland om proviand in te slaan, voegde zich ook een groot aantal Engelsen bij hen. De stad Lissabon werd door deze kruisvaarders ingenomen en geplunderd.

Destijds was een aantal Friezen ook betrokken in een “kruistocht” tegen de “heidense” Sclaven, gehuisvest om de Oostzee.  Het enige wapenfeit was, dat de Sclaven beloofden om zich te laten dopen en dat bij hen gevangen genomen Denen zouden worden vrijgelaten. Maar van de uitvoering van die beloften kwam niets terecht.

Anno 1155. Tijdens de zwakke regering van bisschop Hermanus van Hoorn, vielen de West-Friezen Kennemerland aan, waarbij onder andere het dorp Zaandam in de as werd gelegd. Pas door inzet van een leger uit Haarlem en omliggende dorpen konden de West-Friezen, na een verlies van negenhonderd man, worden teruggedreven.

In het oosten werd Friesland nu aangevallen door een grote krijgsmacht onder de Sakser Hendrik de Leeuw, die wraak wilde nemen voor de dood van zijn overgrootvader Hendrik de Dikke, waarvan het leger bij Norden was verslagen. De Friezen stelden zich ook nu manmoedig te weer. Hendrik kon in de Friese moerassen zijn ruiterij niet gebruiken , werd verslagen maar behield het leven.

Een bewerkt brokje uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland (Steensma, 1845)

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2011/08/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-friezen-deel-113/