web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Oude Friezen, (deel 29)

Het jaar 333 was rampspoedig voor Friesland over of ten westen van het Vlie, doordien de zee, door eenen geweldigen storm aangestuwd, de schrikkelijkste verwoestingen aanrigtte.


De geschiedenissen vermelden, dat bij dien vloed de Zijpe, als mede twintig dorpen benevens de stad Grebbe, door de zee overdekt en verzwolgen zijn geworden. In hoe ver Texel en Vlieland toen al eilanden waren, en of zulks bij dezen vloed veroorzaakt zij, is onzeker; doch het is gewis, dat behalve de Zijpe, ook een groot deel lands ten oosten van de Helder toen in zee veranderd is.

Onder de dorpen, die verdronken zijn noemt men Grootkeitss, Lammer, Linnen, Burchorn, Schilhorn en Terdorp. Dit laatste dorp lag zuidwest van de stad Grebbe, en deze lag, een uur gaans of daaromtrent, oostzuidoost van de Helder af.

Dus betrof deze ramp hoofdzakelijk de kleine Friezen. In het jaar 1678, wanneer de zee op den 6 en 7 november buitengewoon laag en droog was, zijn aldaar nog vele geraamten van menschen, en overblijfselen van gebouwen gezien.

In het jaar 335 is Hertog Haron, oud 97 jaren, gestorven, na dat hij de waardigheid van Hertog 36 jaren had bekleed. Hij werd met veel pracht en luister te Stavoren bij zijnen vader begraven. Haron liet twee zonen na. De jongste zoon, Odilbaldus, zijnde toen 38 jaren oud, volgde zijnen vader op in het Hertogdom. Van hem wordt verhaald, dat hij een welopgevoed, dapper en werkzaam Vorst is geweest, in wiens tijd weder menige dorpen gebouwd of vergroot zijn geworden.

De Romeinsche Keizer Constantijn de Groote stierf in het jaar 337, na eene ruim dertigjarige, meestal onrustige regering. Hij had uit ware overluigIng de Christelijke godsdienst aangenornen, en die tot de godsdienst van den Staat gemaakt. Ook deed hij alle moeite om de Christelijke leer in de Germaansche wingewesten voort te planten.

De afgods-tempels deed hij omverwerpen en in derzelver plaats Christelijke kerken stichten. Men kan evenwel niet bemerken, dat zijne bemoeijingen, zich al tot Friesland hebben uitgestrekt. Men vindt in Friesland van het Christendom geene sporen in die, of kort daarna volgende tijden.

 

Uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

       GESCHIEDENIS van de OUDE FRIEZEN, archief

 

 De skiednis hat skiere contouren, mar kint bloedreade slachfjilden.

Oant sjen.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2009/11/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-oude-friezen-deel-29/