web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Oude Friezen, (deel 27)

Anno 299.
 
De Romeinen hielden steeds in deze landen eene scheepsmagt, vooral ook ten einde de Franken het zeeschuimen en rooven op de kusten van Gallie te beletten. Hoewel de Franken thans geheel door de Romeinen overheerd waren, werden zij toch nog geens-zins vertrouwd, te meer nog nu zij ook de Saxers daarin mede tot togtgenooten hadden, zijnde dit laatste volk wegens hunne zeerooverijen en woestheid zeer befaamd.
 
Thans was een Menapiër, zekere Carausius het Opperhoofd der Romeinsche vloot; deze beteugelde wel deze zeeroovers, nam hunne schepen en den buit, dien zij veroverd had-den weg, doch behield zulks voor zich zelven. Hij maakte vriendschapsbetrekkingen met de Franken, Friezen en Saxers, en door hunne magt en hulp ondersteund, en alle schepen onder zijn bevel hebbende, steekt hij naar Brittanie over, en doet zich daar, met behu!p der genoemde volken, als Keizer uitroepen.
 
Keizer Diocletianuss was met zoo ras van den afval en de muiterij van Carausius verwit-tigd, of hij was tevens op middelen bedacht, om den afvalligen vlootvoogd te bestrijden, maar tegelijk ook, om de volken, die hem hulp geboden en ondersteund hadden, strenge-lijk te straffen.
 
Ten einde zulks te beter en zekerder uit te voeren, stelde hij  Constantius tot mede keizers aan over het groote Romeinsche rijk en wel zoo,dat, Constantius Gallie, Brittannie en de bij den Rijn gelegene volken zou beheerschen.
 
Constantius begaf zich onverwijld naar deze gewesten, waar men den muiteling onder-steund had. Het land der Batavieren was vooral het middelpunt van den opstand geweest. Genebald, koning der Franken, die ook vele Friezen en Cauchen onder zijn gebied had, benevens de Batavieren, die al vast meer en meer insmolten onder de Franken en Friezen, waren reeds bondgenooten van Carausius.
 
Onverwacht viel Constantius nu de Batavieren en Franken aan, en versloeg eene groote menigte: duizenden werden gevangen genomen en naar Gallië verplaatst, al waar zij door de Romeinen als slaven behandeld, en tot het zwaarste werk, vooral tot den landbouw gebruikt werden; anderen werden tot krijgsdienst gedwongen, en onder de legioenen verdeeld.
 
Terwijl Constantius nog in deze gewesten bezig was met de regeling der zaken, trokken de Friezen, verenigd met en geholpen door de overrijnsche Franken, Saxers, Cauchen en andere omliggende Germaansche stammen, over de bevrozene rivieren in het land der Batavieren, om de Romeinen te overvallen.

In den beginne en zoo lang de vorst stand hield, deden zij werkelijk veel schade aan de Romeinen, daar zij alles verwoesteden en doodsloegen, maar de spoedig invallende snelle dooi deed hen, daar zij geen schepen tot hun gebruik hadden, en afgesneden waren van hun land, in handen der Romeinen vallen, zo dat zij zich aan Constantius moesten onderwerpen waardoor zij diep vernederd en in hunne magt grootelijks beperkt werden.
 
Al deze volken, ook de Friezen werden nu door Constantius tot volkomene onderwerping gedwongen, moetende zij, in tijd van vrede, grootendeels ten voordeele der Romeinen het land bebouwen, en, in oorlog, aan hun krijgsvolk leveren.
 
 

Uit: Algemeene Geschiedenis van Friesland  (Steensma, 1845)

       GESCHIEDENIS van de OUDE FRIEZEN, archief

 

 De skiednis hat skiere contouren, mar kint bloedreade slachfjilden.

Oant sjen.
 
 
 

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2009/11/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-oude-friezen-deel-27/