web analytics

De curieuze en gruwelijke geschiedenis van de Oude Friezen, deel 6.

Uit GESCHIEDENIS VAN FRIESLAND
Na den dood van Drusus, die niet lang voor ’s Heilands geboorte voorviel, werd zijn broeder Tiberius (naderhand de opvolger van Augustus) naar Germanie en Gallie gezonden, om die volkeren, welke gedurig tegen de Romeinen opstonden, te bedwingen en ten onder te brengen.

Weinige jaren later stonden de Gauchen en Bructeren, die aan de Eems paalden, weder tegen de Romeinen op, waarom Tiberius ook tegen deze volken eene vloot aanvoerde door de wateren van Friesland, welke Drusus, voor omtrent vijftien jaren, het eerst bevaren had. Hij onderwierp die volken volkomen, en stelde Saturnius aan tot stadhouder over deze noordelijke grenzen des Romeinschen Rijks, waarna Tiberius zelf over Zwitserland naar Italie vertrok. Quintilius Varus werd, niet lang daarna, door Augustus, tot opvolger van Saturninus, naar deze oorden gezonden.
 
Omstreeks dezen tijd wordt melding gemaakt van eenen oorlog, welke de Friezen tegen de Batavieren zouden hebben gevoerd, onder aanvoering van hunnen Prins, Asinga Ascon, waarbij, in eenen inval der Friezen in Batavie, wel vijfhonderd Batavieren verslagen werden. Ascon werd door eenen pijl getroffen en zwaar gewond, doch op zijn kasteel te Stavoren langzamerhand hersteld. De Friezen bekwamen eenen aanzienlijken buit, doch verloren driehonderd man aan dooden.
 
In het jaar vier na Christus geboorte zou, volgens de oude aanteekeningen, het Roode Klif, in het midden van den zomer, drie dagen achtereen, eene groote vuurvlam hebben uitgespuwd, waarna, op den vierden dag, zich eene roode of vurige slang of draak, mede uit het Klif opstijgende, een half uur lang, tot verschrikking der aanschouwers, boven den vuurmond in de lucht vertoonde, en daarna in het Klif tegelijk met de vlam verdween. Welligt is eertijds het Roode Klif een vulkaan geweest, die nu en dan ontvlamde, welk verschijnsel voor onze diep onkundige voorouders zoowel vreemd als ten uiterste verbazend zal geweest zijn. Denkelijk hebben de Druïden hieraan de meest zeldzame verklaringen gegeven, het gerucht en de overlevering dit alles zeer vergroot, en ligtgeloovige schrijvers dezaak, als een bovennatuurlijk wnder, der nakomelingschap, aldus opgesierd in hunne schriften nagelaten.

Asinga Ascon, Prins van Friesland, overleed in het elfde jaar onzer jaartelling, hebbende, volgens de Historiën, 82 jaren geregeerd. Hij stierf en werd begraven in de hoofdstad Stavoren. Zijn opvolger wordt genoemd Diocarus Segon, welke bij verkiezing des volks tot die waardigheid verheven werd. Hij was een neef van Ascon, en had hem, als veldheer, in vele oorlogen gediend. Hij stond wel bekend als zeer dapper, doch minder oorlogzuchtig dan zijn oom Ascon. Van Segon wordt voorts gemeld, dat hij, geen deel nemende in den opstand der Germaansche volken tegen de Romeinen, dus ook Friesland bevrijdde van de verwoestende wraak dier natie tegen de opstandelingen. De Friezen schijnen thans, behalve de gewone schatting, die zij aan de Romeinen moesten geven, over het algemeen van de Romeinen, ten tijde van Prins Segon, niet zeer onderdrukt te zijn.

De OUDE FRIEZEN, archief

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2009/03/de-curieuze-en-gruwelijke-geschiedenis-van-de-oude-friezen-deel-6/