web analytics

WAAR DE KOEIEN LOEIEN (en de paarden- en boterbloempjes bloeien). In DR88 gaat het gebeuren.

 

foto

 

 

 

 

IN DR88 GAAT HET GEBEUREN
       

          De Gemeente Smallingerland presenteerde deze week de langverwachte CULTUURNOTA. Nadat de raad vorig jaar uitgebreid viel over een cultuur-notitie, is er een jaar lang Breeduit over nagedacht en aan geschaafd. Het volledige “culturele plaatje” werd blootgelegd en ge-analyseerd, een keur aan maatschappelijke instellingen en individuen verleende medewerking aan de totstandkoming van de nieuwe nota. Blijkens de nieuwe nota is de primaire insteek van het college: ruimte geven aan de actieve (en zo mogelijk creatieve) participatie van de inwoners, om mede daarmee Drachten en omkriten eens duchtig en voorgoed op de kaart te zetten. 
        
          Volgens de nieuwe nota moet in DR88 vrijwel ALLES mogelijk zijn. Dus…na eeuwen ook, dat de al dan niet creatieve burger mag ende moet gaan meedenken en mag meebeslissen over de eigen leef-omgeving. Zo volledig nieuw voor Smallingerland is deze intentie van hogerhand dat de toepassing ervan wel eens in de knel kan komen.
Een tweede insteek van de opstellers van het beleidsplan is de “boppeslach” om Smallingerland, met behulp van hoge geldbedragen, in korte tijd een “culturele lift” te bezorgen. Dat roept bij mij een beeld op van een losliggende, wild rondomspuitende slang aan een wijdopen geldkraan. En van allerlei streekvreemde figuren, die hier wel eens wat zullen gaan performen.  En van té strak opgeblazen ballonnen die welzeker kunnen knappen.

Ik ben meer voor een natuurlijke opbouw van dat culturele; van binnenuit groeiend door lokaal talent. Eenvoudig, van de grond af. Vroeger ging die groei, dat ontstaan van cultuur óók op natuurlijke wijze. Particulieren met geld lieten een mooi huis ontwerpen met stijlvolle meubels erin en prachtige schilderijen voor aan de muren. De een na de ander, langzaamaan. En zo ontstonden steden met voor inwoners en toeristen een keur aan interessante gevels, musea met begrijpelijke kunstuitingen en schitterende beelden in de openbare ruimte. Deze kunst-stimulerende rol is nu overgenomen door de overheden met een idé-fixe van participatie plus vermarkting.
Maar: kunst, die niet dicht bij de mens ligt, wordt niet begrepen. En bij de bevolking, van wiens belastinggeld de activiteiten worden bekostigd, ontstaat bij nogal grootse of kostbare kortstondige experimenten al gauw een gevoel van: “wat een geldverspillerij”. Als illustratie: de Friezen gebruiken om uitdrukking te geven aan dat gevoel prachtige, relativerende sei-siswizen: 

237. “Dat raakt kant noch wal”, zei de man, en hij piste midden in de praam
    

      Hier wordt het nieuwe, het buitenissige, het onbegrijpelijke op een boerse manier belachelijk gemaakt. Ook in andere sei-siswizen gaat de Fries van zichzelf uit en haalt het eigene naar voren: of het nu om die ene tand gaat, om het weinige geld, om een gewoonte of een detail. Zó is de Fries: wars van overdrijving en trots op het eigene. Men wil gewoon “het eigen bootje” voortroeien, met kleine slagen en met de riemen die men in handen heeft heeft: al is het maar een stopnaald.

236. “Mar hy byt sa goed as tweintich oare”, sei it âld wyfke en se hie mar ien tosk.

235. “Wat in skandalige oerdriuwing”, sei de man en hy seach troch in mikroskoop.

234. “It komt fansels werom”, sei de boer, doe liet er syn baarch in stik spek frette.

233. “Men moat wat misse kinne”, sei de frek en hy die in healtsje yn de ponge.

 
231. “Wat in lekker ding”, sei de jonge en hy sobbe syn famke oant it earlel.

230. “Alle bytsjes helpe”, sei ’t wiif en hja treau it skip mei de stopnuddel. 


229. “It is klearebare leafde”, sei de boer, doe tute ‘r in keal op it bil.
 
228. “Moai fytswaar”, sei de man en hy stepte yn de auto. 

 

 


Een spreekwoord luidt: Communicatie is de sleutel tot participatie. Drachten, dat willen we meemaken is de titel van de gemeentelijke oproep tot participatie aan de Smallingerlanders. Op dit moment is het voor de deelnemers nog afwachten geboden wanneer en hoe er door het gemeentebestuur gecommuniceerd wordt over hun inbreng. Misschien gaat “het” in Dr88 toch nog ECHT gebeuren.                                                     HV
 

                                                                                                                                         

Zelfs aan de individuele burger werd via de actie “datdrachtenwiljemeemaken” een inbreng gevraagd onder de belofte, dat geschikte ideeën zouden worden ingebed in die aankomende cultuurnota. Er verschenen nogal wat culturele ideetjes op de internet-site van de gemeente. In een hoopvolle stemming leverde ook ik er een zestal kleinere plannen, waaronder dat van een poëtische route door Drachten.

 

foto

Heerlijk in het zonnetje, tot m’n enkels in de groente.  Acht uur lang grazen. Het verse, sappige, kruidige gras graait zo lekker weg. Dan acht uur lang lekker liggen herkauwen, luieren in de zon, over koetjes en kalfjes praten. Dan een kuier naar de stal, er wordt even aan m’n uier gezogen. Ik kan ervoor kiezen om in de warme stal te slapen of onder de sterrenhemel. Om dan te kunnen luisteren naar de allermooiste muziek die er is: die van de natuur. Is dit even leven als een God in Friesland? Wat wil een rund nog meer.
Het is een waarheid als een koe: er is geen koe zo wit of er zit wel een vlekje aan. Ik zal geen oude koeien uit de sloot halen, want het is alom bekend dat koster’s koe op het kerhof mag weiden. Nou, ieder diertje zijn pleziertje, zei ik vroeger.

Het zal wel weer werken als een rode lap op een stier, maar NU ga ik toch echt eens de koe bij de horens vatten. We kunnen nu wel nonchalant over koetjes en kalfjes blijven praten, maar het mag best eens met koeieletters worden geschreven: Er zijn zakenlui die je koeien met gouden horens beloven.

En er zijn altijd mensen, zo dom als het achtereind van een koe, die er intrappen, denkend: “je weet maar nooit hoe een koe een haas vangt”. Maar echt, het maakt de ‘witte boorden’ niet uit of de koe schijt of de os. Ze zijn er als de pinken bij, vliegen op hun slachtoffers af als een stier op een bult hooi. Per slot van rekening lopen er op deze wereld meer runderen rond dan je zo ziet. Onder andere deze melk-koetjes. Geen koe wordt vet op de dam, dus als een koe geen melk meer geeft, raakt ze aan de slager. De put wordt pas gedempt als het kalf verdronken is. Dan wordt ook dat gemeste kalf snel geslacht en moet het bloeden. Dat snapt een rund nog.

foto

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.fanvanfryslan.nl/wordpress/2007/06/waar-de-koeien-loeien-en-de-paarden-en-boterbloempjes-bloeien-in-dr88-gaat-het-gebeuren/